31 oktober 2009

Voetbalcarrière

O treurigheid! O kaal terrein!
Eens, toen de bal nog rond was,
had ik het schot van Ferenc Puskas
en de techniek van Coen Moulijn.

Helaas, niemand die het zag.
Want ik was al te vaak reserve,
liep doelloos langs de lijn te zwerven,
Tot ik mijn kans kreeg op een dag.

'k Viel in, en toonde mijn onvermoede
talenten, zette de hele achterhoede
op het verkeerde been en scoorde

met een listig tikje. Maar 'k hoorde
in plaats van gejuich een fel gejoel:
de bal lag in het verkeerde doel.


Zie ook: COEN MOULIJN, Uitgeverij deBuitenspelers,
Prijs € 59,50, Aantal pagina’s 568, Gewicht 3,5 kg

22 oktober 2009

De storm

 

Ik kan mij niet herinneren ooit uit een filmvoorstelling te zijn weggelopen. Maar na twintig minuten De storm had ik plotseling behoefte aan een plaspauze. Misschien kwam het door al dat water dat met bakken uit de hemel valt, terwijl de Zeeuwse stromen met onberekenbare kracht tegen de dijken en kaden beuken. Indrukwekkende beelden van onstuimig golvend water dat in die koude februarinacht de delta werd ingestuwd.
In de duisternis doemen lichten op en dichterbij gekomen zien we een boer die twee of drie koeien een schuur indrijft, of er uit, dat was me niet helemaal duidelijk. In korte tijd worden de elementen en handelingen getoond die zich tijdens de ramp ook in de werkelijkheid hebben voltrokken. Tot zover is De storm een min of meer getrouwe en ingenieus vervaardigde weergave van de desastreuze gebeurtenissen die in de nacht van zondag 1 februari 1953 in zuidwest Nederland plaatsvonden.
Daarna beginnen fictie en werkelijkheid te wringen. Terwijl mannen de vloedplanken op hun plaats brengen, wordt in het plaatselijk café-restaurant tot ver na middernacht feest gevierd. Wie het oude Zeeland heeft gekend, weet dat in die tijd op zaterdagavond in de gehele archipel alle horecagelegenheden ruim voordat de Dag des Heren begon waren gesloten.
In 1953 bezat Nederland welgeteld één helikopter, die pas op maandag kon opstijgen. Maar in De storm zien we de held van het verhaal, een Zeeuwse jongen die bij de marine in Den Helder is gestationeerd, met een helikopter naar Zeeland vliegen om te zien hoe zijn familie het er afgebracht heeft en er en passant de heldin van het verhaal van de verdrinkingsdood redt.
Het duurde even voor ik door had dat niet de Ramp het thema van De storm is, maar het streekromanachtige gegeven van de boerendochter en de voorechtelijke conceptie van een kind, waarvan we het voorspel tussen de gitzwarte buien door in zoet gekleurde taferelen van het boerenleven krijgen te zien. En daar komen zondermeer kindertjes van.
Waar mijn blaas van opspeelde was de onechtheid van het tableau vivant waarin we de aan Zeeuwen toegeschreven eigenschappen als godsvrucht, zuinigheid en eigenbelang werden verbeeld. Maar de strenggelovige vaderfiguur die op basis van goddelijke decreten het bestaan van zijn bastaardkleinzoon ontkend, is mij niet gereformeerd genoeg. Hij draagt zijn boerenkleren als een toeristische attractie. Bovendien liep in de jaren vijftig de helft van de Zeeuwse vrouwen nog in klederdracht. Ik geloof dat ik een of twee Zeeuwse kappen heb gezien.
Om mijn eigen watersnood te lenigen hielp het dat er nauwelijks toeschouwers waren, zodat ik zonder iemand lastig te vallen de zaal kon verlaten. In het toilet dacht ik dat ik misschien wel trek had in Engels drop of een Mars. Dus liep ik naar beneden, naar de grote foyer die op het bedienend personeel na verlaten leek. Maar ik was niet de enige die het drama voor gezien had gehouden. Aan de bar stond mijn vriend Peter Bulthuis. Hij was twaalf toen hij in Zierikzee van het dak werd gehaald, ik was negen jaar toen ik van de slaapverdieping in ons huis in Middelharnis
in een roeiboot werd neergelaten.
De rest van de voorstelling hebben we met een kop koffie in de foyer gezeten en herinneringen aan onze eigen ramp opgehaald. Als bejaarde overlevenden van de Watersnoodramp hebben we De storm bij wijze van spreken niet overleefd.

NRC Handelsblad, Achterpagina, 19 oktober 2009
Posted by Picasa

3 september 2009

Ogen als antennes

door Arie van den Berg

Bestaat er zoiets als de typisch Rotterdamse no-nonsense dichter? Zo ja, dan lijkt Rien Vroegindeweij daarvan een prototype. Gelukkige dagen & andere poëtise voorvallen heette zijn debuutbundel, die in 1972 in de Sonde-reeks van de Rotterdamse Kunststichting verscheen. Een jaar later zette hij zijn baken op de poëziekaart met Een vliegtuig van beton. Dat vliegtuig was zeker luchtwaardig, maar kon helaas niet door het raam van de zolder waarop het was gebouwd. Het dagelijkse leven, meer of minder poëtische voorvallen en een betonnen versie van de Panamarenko-jongensdroom. Schijnbaar simpele ingrediënten bepalen al een kleine veertig jaar dit dichterschap. Maar het is zoals Hans Sleutelaar het treffend op de achterflap van Later wordt alles echter verwoordt: Hier toont zich ‘das Einfache das schwierig zu machen ist’.
Later wordt alles echter is een oprechte keuze uit eigen werk, waarin allerminst wordt verbloemd dat dit oeuvre met vallen en opstaan is ontstaan. ‘Gaandeweg’ is de titel van de documentaire over deze poëzie, die op dvd aan de bundel is toegevoegd. ‘Gaandeweg’ is ook de titel van een gedicht uit Deze middag is een eeuwig heden uit 2002. Vroegindeweij beschrijft zijn dichterlijk vermogen daarin 1 op 1: ‘Mijn dromen waren groter dan het weinige / dat mij aan talenten werd gegeven: / met de jaren raakte ik meer met het eigene / het dichtbije, het tekortkomende bedreven’.
Het kan geen toeval zijn dat dit gedicht gevolgd wordt door liefdevolle vertalingen van werk van ondermeer de Koreaan Yun Sondo, Arthur Rimbaud, Philip Larkin en Robert Frost. Vroegindeweij is zich bewust van de poëtische traditie, en misschien ook daardoor bij tijden een ouderwetse verzenmaker. Veel van zijn verzen rijmen en zijn vormvast, en ook zonder rijm schreef hij op maat gekliefde sonnetten. Maar zijn keuze voor deze bij uitstek renaissancistische vorm uit zich niet in de inhoud. Die is uitgesproken 20ste-eeuws en op z’n Rotterdams liefst ter zake. Dat krijgt vorm in een gedicht als ‘Waarom ik geen journalist werd’.

Het waren eenvoudige mannen, arbeiders
in manchester pakken, weduwnaars,
ongetrouwde boerenknechten

en hier en daar als miskende intellectueel
een bleke letterzetter.
Ik luisterde ter hoogte van hun heupen

hoe ze hun eigen mythen schiepen,
waarin een aardappel de gestalte
van een god kon aannemen,

kwade geesten in de gewassen huishielden
en de geschiedenis werd gepeld
als een ui die, zoals bekend, geen kern heeft.

Dit is wat mij betreft het juweel in Later wordt alles echter. Vroegindeweij noteert hier met een fotografisch oog, zoals hij elders het oor als antenne gebruikt. Dat gebeurt bijvoorbeeld in ‘Gesprek’, een gedicht waarin een man met het portret van zijn overleden vrouw converseert. Veel woorden zijn het niet, ‘Maar als ik vraag en antwoord geef / is het een gesprek. Dat breekt de dag.’ Net als in ‘Waarom ik geen journalist werd’ geven de slotregels het vers de poëtische wending, die het gedicht een ambigu karakter geven en het daarmee tot heuse poëzie maken. Want hoe zakelijk Vroegindeweij zich ook opstelt, steeds steekt de romanticus in zijn oeuvre de kop op.
Waar dat in niet al te verheven taal gebeurt, overtuigt hij als dichter – zoals in ‘Koorts’. Dit vers is onderdeel van een ongeordende reeks imperatieve verzen uit de bundel Zee & Land (1995). In gebiedende stijl geven ze recepten voor zulke uiteenlopende zaken als action painting, ornithologie en Brussels lof.
De negen poëziebundels van Rien Vroegindeweij verschenen bij zeven verschillende uitgevers. Het is goed dat dit zo verspreide, intrigerende dichtwerk nu in één bundel voorhanden is.
Rien Vroegindeweij: Later wordt alles echter. Een keuze uit de gedichten 1973-2009. Nieuw Amsterdam, 213 blz. € 22,50

NRC/Handelsblad Boeken, 21 augustus 2009
Posted by Picasa

24 augustus 2009

Kom langs op zaterdag 29 augustus en zondag 30 augustus a.s. in Historisch Delfshaven om te ervaren hoe ervaren kunstschilders in de voetsporen van Kees van Dongen (1877-1968) treden.
Vanaf 11.00 uur op zaterdag 29 augustus kunt u lopend langs de kolk stilstaan bij een van de kramen van de kunstmarkt, een hapje of een drankje nuttigen of kijken bij een van de schilderende kunstenaars.

In de middag komt na de opening van de Mouterbrug om 15.00 uur de muziek op gang en zal dit Kees van Dongen evenement voortgezet worden om 19.00 uur met een openluchtbuffet. Er zijn nog enkele plaatsen voor dit diner beschikbaar voor 27,50 euro p.p. Mocht u hieraan willen deelnemen, dan kunt u reserveren bij Stadsbrouwerij & Restaurant de Pelgrim. Tel. 010-4771189 of e-mail pelgrim@pelgrimbier.nl

Het resultaat van de gemaakte kunstwerken op de schilderdag is op zondag 30 augustus in museum De Dubbelde Palmboom vanaf 15.00 uur te bezichtigen. Om 16.00 uur zal daar de Kees van Dongen Schilderprijs uitgereikt worden tijdens de finissage.

Voor informatie kunt u op beide dagen ook ter plekke terecht bij het Zakkendragershuisje of in de galerie van museum De Dubbelde Palmboom.

Met vriendelijke groet,

Het Kees van Dongen team 2009

P.S. Stuur dit bericht door naar zoveel mogelijk vrienden en kennissen, dan wordt het nog gezelliger!

7 juli 2009

Later wordt alles echter

Vrijdag 10 juli 2009 verschijnt bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam een ruime keuze uit de zeven bundels die sinds 1973 van mij zijn gepubliceerd + een aantal nieuwe gedichten: Later wordt alles echter
In deze bloemlezing is de documentaire Gaandeweg, die mijn zoon Victor in 2008 over mij maakte, bijgevoegd.
De presentatie is a.s vrijdag, om 17.00 uur bij Boekhandel v/h Van Gennep, Oude Binnenweg 131, Rotterdam. Komt allen.
U kunt ook een exemplaar, naar believen gesigneerd, via deze site bestellen. Stuur dan een mailtje met uw wens naar vroegius@chello.nl

19 juni 2009

Beeld teruggevonden

Rotterdam, 19 juni 2009. Van een onzer verslaggevers. Het beeld dat deze week werd ontvreemd uit Arboretum Trompenburg is terug. Het lag ongeschonden op het talud van de Honingerdijk. Hopelijk wordt het spoedig weer op zijn sokkel gezet, zodat de bezoekers van Trompenburg er weer van kunnen genieten.

17 juni 2009

BLAMANROUTE

DE PLEINEN OP, DE STRATEN IN

Vrijdag 19 juni 2009 verschijnt bij uitgeverij Douane deel 2 in de wandeltrilogie van Jan Oudenaarden en Rien Vroegindeweij: De Blamanroute – Een literair-historische wandeling door Rotterdam-West. Eerder, in 2007, verscheen al De Leopoldroute, die door de binnenstad voert, later, in 2010, verschijnt nog De Bordewijkroute, die de wandelaar van Noord naar Zuid voert.

De presentatie van De Blamanroute vindt plaats op vrijdagmiddag 19 juni om 17.00 uur bij Boekhandel v/h Van Gennep in Rotterdam in aanwezigheid van het Rotterdammologisch Instituut – het duo-pseudoniem voor de heren Jan Oudenaarden en Rien Vroegindeweij – en uitgever Arie van der Ent. De voorzitter van de deelgemeente Delfshaven, Carlos Gonçalves, neemt het eerste exemplaar in ontvangst. Na afloop is er gelegenheid om het wandelboekje te laten signeren door de auteurs.

De Blamanroute voert door Rotterdam-West, door de deelgemeenten Centrum en Delfshaven. In deze laatste deelgemeente ligt Blamans 'hoofdadres', haar laatste ook: De Vliegerstraat 14b. Anna Blaman wordt niet echt meer gelezen, maar was een belangrijke exponent van de na-oorlogse letteren en heeft haar naam gegeven aan een belangrijke literaire prijs. Lees over de voetsporen van Elsschot en Bloem, van Deelder en Vaandrager en wandel mee langs Heemraadssingel en Rochussenstraat, langs Westplein en Westzeedijk. De pleinen op, de straten in!

Datum: vrijdag 19 juni 2009 • Plaats: Boekhandel v/h Van Gennep, Oude Binnenweg 131b, Rotterdam • Tijd: 17.00 uur

Overige activiteiten rond De Blamanroute:
• Zaterdagochtend 20 juni: een reportage over De Blamanroute, met de auteurs, in het programma Chris Natuurlijk, van 10-12 uur op Radio Rijnmond.
• Zaterdagmiddag 20 juni signeren de auteurs van 14-15 uur bij Boekhandel Snoek, Meent 126, Rotterdam.

Brons

 
Posted by Picasa
Gisteren, dinsdag 17 juni 2009, bereikte mij op mijn vakantieadres in Zeeland het bericht dat het bronzen beeld van Eric Claus in Arboretum Trompenburg, waarop mijn kwatrijn

Wat in het eerste uur verscheen,
wil hier in rust het oog behagen.
De vrucht wordt in de kiem gedragen,
de stad groeit er gestaag omheen.


is gestolen. Het kan zijn dat een poëzieliefhebber de verleiding niet heeft kunnen weerstaan om het beeld naar zijn eigen, geheime tuin te verplaatsen, maar de droeve werkelijkheid zal zijn dat dieven op het brons uit waren.

10 juni 2009

Dichter aan de Maas

 


“Een oude traditie wordt in ere hersteld: op de vooravond van het 40e Poetry International Festival geven Rotterdamse dichters op speciale wijze vorm aan de band tussen stad en festival. () De avond wordt gepresenteerd door Manuel Kneepkens en Arie van der Ent van de dichterlijke actie Poetry+, die met deze avond en de bundel Dichter aan de Maas zijn eerste vervolg krijgt.” zie verder: www.poetry.nl

Beste Manuel en Arie,

Hartelijk dank voor de uitnodiging om deel te nemen aan de Rotterdamse dichtersavond van 12 juni aanstaande.
Ik heb echter besloten niet mee te doen.
Dat doet niets af aan mijn waardering voor de inspanning die jullie hebben gepleegd om ‘Rotterdam’ weer een plaats te geven in het programma of in ieder geval een voet tussen de deur te krijgen van Poetry International Rotterdam (PIR). Daarom heb ik vorig jaar ook meegedaan aan de protestactie op het Schouwburgplein.
Als ik mij goed herinner, verwaardigde de Directeur van PIR zich toen in het gezelschap van een Nederlands lid van de PIR Board, (de Internationale Raad van Poëticale Commissarissen) enige tijd op het Plein. Of ze iets gehoord hebben wat tot hun verfijnde poëtenoren is doorgedrongen en hun goedkeuring kon wegdragen, is mij niet bekend.
Er is hoe dan ook een gesprek met jullie op gevolgd met als resultaat dat er een ‘Rotterdamse dichtersavond’ zou komen, zoals die in het verleden één keer eerder door PIR is georganiseerd.
Maar wat blijkt: de ‘Rotterdamse dichtersavond’ zit helemaal niet in het programma van PIR. Er is slechts een zaaltje beschikbaar gesteld voor de vrijdagavond, dus een dag voordat het eigenlijke festival begint. Aandacht van de deelnemende dichters aan PIR, festivalgangers en verslaggevers zal er dus niet zijn, want die komen een dag later naar de Schouwburg. Op de website van PIR is er toe nu toe één mager regeltje aan deze avond besteed. Bovendien moeten jullie zelf voor de financiering zorgen.
Ik wens mijn voet niet te bezeren om binnen te komen in iets wat helemaal of half met PIR te maken heeft. In 1973 viel mij de eer te beurt het festival te mogen openen en vele jaren later heb ik meegedaan met genoemde Rotterdamse avond. Maar daarna heb ik nooit meer iets van PIR vernomen. Intussen wel steeds bundels gepubliceerd, poëtische teksten voor de openbare ruimte van onze prachtige stad geleverd, allerlei activiteiten ondernomen en zelfs prijzen gekregen. Ik heb ook geconstateerd dat ‘mijn gegevens’ op de website van PIR uiterst summier en onvolledig zijn en twintig jaar na invoering van de computer nog niet zijn gedigitaliseerd.
Daarom heb ik na 30 (dertig) jaar door PIR te zijn genegeerd geen zin om de debutantentijd van 5 (vijf) minuten te vullen. Kortom, geef mijn PIR maar aan Fikkie. Maar ik wens jullie een fijne avond. Twee dagen later, op zondag 14 juni, treed ik op met The Arnoud Gerritse FUNKY Band in De Unie. Komt allen!

Met hartelijke groeten,

Rien Vroegindeweij

Reactie Bas Kwakman op www.contrabas.nl

De Rotterdamse Avond is de vooravond van het 40e Poetry International Festival. Deze vooravond is onderdeel van het festival. De avond is een samenwerking tussen Poetry en de organisatoren, Arie van der Ent en Manuel Kneepkens. Poetry International financiert de zaal, de techniek en neemt de avond op in de publiciteit. De organisatoren dragen zorg voor de programmering. Uitgeverij Douane, een van de organisatoren van de avond, heeft er voor gekozen een boek uit te geven rond deze avond en vraagt hiervoor geld aan bij de Gemeente Rotterdam. Poetry ondersteunt deze aanvraag.

Nawoord (RV): De subsidieaanvraag voor deze avond is niet gehonoreerd. De dappere maar armlastige uitgeverij Douane draait op voor de kosten. De band tussen stad en festival blijkt andermaal een loze kreet.
Posted by Picasa

12 april 2009

65

Een paar weken geleden kreeg ik het aanvraagformulier voor mijn AOW-pensioen toegestuurd. De Sociale Verzekeringsbank was zo attent mij eraan te herinneren dat ik aanstaande juli vijfenzestig word en dat ik dan de pensioengerechtigde leeftijd heb bereikt. Het was een gemakkelijk formulier, drie of vier vragen, en klaar was Kees.
Een week later kreeg ik bovendien nog een bericht van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds dat ik 0,0139 pensioenjaren had opgebouwd. De vier cijfers achter de komma wijzen niet op een riante uitkering en als die ook nog eens van hogerhand wordt bevroren, blijft er niet meer over dan een ijspegel ter grootte van een pink. Van het bedrag dat eenmalig zal worden uitgekeerd, kan ik vermoedelijk één keer met de kleinkinderen naar Blijdorp, tenminste, als we zelf brood en limonade meenemen.
Toch heeft het iets geruststellend dat het ABP zich voor zo’n klein bedrag zoveel moeite getroost. Ze moeten wel natuurlijk, want dat geld is van mij, daar heb ik lang geleden premie voor afgedragen. Overigens vraag ik me af bij welke baas dat geweest kan zijn, want ik heb de laatste veertig jaar als zelfstandige gewerkt.
Het ABP was ook zo vriendelijk om de Pensioengids mee te sturen, een boekwerkje van zo’n 250 pagina’s, waarin staat beschreven wat ‘u in deze nieuwe fase van uw leven’ te wachten staat. Allerlei tips over geld, wonen, vrije tijd en gezondheid. Een scala aan mogelijkheden, als ik ze allemaal zou uitvoeren, krijg ik het drukker dan ik het ooit heb gehad.
Wat te denken van de hersencellen prikkelen op niveau? Een abonnement op de Denksport of een cursus economie op de HOVO (Hoger Onderwijs Voor Ouderen), zodat ik al die wijsneuzen kan volgen die weten hoe en waarom de kredietcrises is ontstaan?
Zal ik dan ooit nog eens lekker in mijn vel komen te zitten met Alpro Soya? Moet ik aan een cholesterolverlagend dieet van Becel pro-activ of kan ik gewoon lekker genieten met Friesche Vlag, sinds 1913? Of zal ik een facelift nemen en met Botox, ‘het ideale middel’, de rimpels rond mijn mond dynamisch te laten opspuiten? Of eerst een abdominoplastiek laten uitvoeren om de wat uitgezakte bejaardenbuik plat en strak te maken?
Het is duidelijk dat de Pensioengids flink is gesponsord door bedrijven en instellingen, ‘dienstverleners’ en ‘ontzorgers’, die de pensioengelden graag uit de zakken van de pensionados willen kloppen. Als er straks nog wat in die zakken zit. Want die gids is kennelijk vóór de kredietcrises samengesteld en geschreven.
De mogelijkheden die de nieuwe bejaarden worden geboden zijn nog vrijwel onbeperkt. Het wordt een en al genieten. Het leven begint bij vijfenzestig. De illustraties in de gids laten uiteraard ook allemaal gelukkig lachende bejaarden zien, al hebben ze er hier en daar een strakke meid tussen gezet om de moed er voor de krasse knarren in te houden. Genieten is het sleutelwoord voor de gepensioneerde, genieten in Nederland en genieten in het buitenland, Nederland verkennen op de fiets of zorgeloos op reis met de ANWB.
Maar voor mij dus geen pensioen van het ABP maar AOW van de SVB. En gratis openbaar vervoer. Al ga ik liever voorlopig liever op de fiets. Hoewel dat ook niet zonder gevaar is.
Het was een gewone zaterdagochtend bij de weekmarkt op de Binnenrotte, een uur of negen. Het was koud en het miezerde. Omdat het fietspad werd bezet door een vrachtwagen reed ik een stukje over een stoep waar verder niemand liep. Tot er een figuur opdoemde, een hooliganachtig type met capuchon, die mij staande hield en begon te razen dat ik hier niet mocht fietsen. Ik zei nog dat hij daar niets mee te maken had, wie hij wel dacht dat hij was.
Maar de capuchon nam een dreigende houding aan en terwijl hij met een onverwachte beweging de hoed van mijn hoofd trok en weggooide, riep hij: “Jij mag hier niet fietsen omdat jij een ouwe kankerlul bent.” Toen liep hij door. Ik wilde nog iets heel ergs roepen, maar ik was sprakeloos. Dat heb je wel eens, dat je, jong of oud, ineens sprakeloos bent. Toch nog eens in de Pensioengids kijken of daar een cursus voor is.

Leven in Rotterdam Punt Uit nr. 2 april/mei ‘09

4 april 2009

Zondag 12 april a.s. op TV Rijnmond

 
klik op afbeelding voor vergroting

Uitzendschema: www.rijnmond.nl/Homepage/Televisie/programma

Trailer: www.gaandeweg.com
Posted by Picasa

28 maart 2009

De Gootjesbijbel

 
Suzanna bespiedt door de Oudsten
Posted by Picasa


Op een dag in juli 1995 begon grafisch kunstenaar Theo Gootjes (1942) met het overschrijven van het Oude Testament. Een half jaar lang zette hij zich elke middag, nadat het angelus van de naburige Luidinabasiliek had geklonken, aan de keukentafel in zijn huis in Schiedam. De keuken is zijn atelier; daar tekende hij enkele decennia dagelijks een politieke prent voor dagblad Het Vrije Volk en toen dat ophield te bestaan drie maal per week voor het Rotterdams Dagblad.
Gevraagd naar de reden waarom hij zich nu juist aan het kopiëren van de Bijbel zette, luidt het antwoord dat schrijven een grafische handeling is, een vorm van tekenen, en dat zijn behoefte om zijn hand over het papier te laten gaan hem voortdreef. Hij tekende van kind af aan en na een gedwongen maar mislukte opleiding tot priester aan het Collegium Carolinum in Valkenburg, kreeg hij in zijn geboortestad Rotterdam een beroepsopleiding als letterzetter en volgde hij in de avonduren de opleiding tekenen en schilderen aan de Academie voor Beeldende Kunsten.
Zeker, ook de inhoud sprak tot zijn verbeelding. Hij was als oudste zoon van een door en door katholiek gezin van negen kinderen met de religieuze voorstellingen en rituelen opgegroeid. Maar het praktiserend geloof had hij al lang afgezworen en op het moment dat hij aan zijn onderneming begon was er slechts een pocketuitgave van de rooms-katholieke Canisiusvertaling in huis.
Goed genoeg voor het doel dat hij voor ogen had. Als een middeleeuwse monnik in het scriptorium van zijn klooster begon hij met een Rothring 0,2 pen met het kopiëren in zijn kleine, maar leesbare handschrift. Van de beginletter van elk hoofdstuk werd een miniatuur gemaakt en aan het gehele script werden 97 tekeningen toegevoegd.
Toen het Oude Testament klaar was, begon Gootjes aan het laatste boek van het Nieuwe Testament, in een ander, meer getekend lettertype in kleur. Voor de tussenliggende Bijbelboeken had hij geen belangstelling omdat die minder beeldend van uitdrukking zijn. Van de apocalyptisch beelden in de Openbaring van Johannes werd hij ’s nachts soms tandenknarsend wakker, herinnert Gootjes zich. Niettemin was het kopiëren en illustreren voor hem een genoegen, een les in discipline ook, maar voor buitenstaanders leek het strafwerk.
Het is de vraag of zijn woonplaats Schiedam niet van invloed is geweest op het gemoed van deze bevlogen tekenaar. Schiedam, in de glorietijd van de jeneverindustrie Zwart Nazareth genoemd, in die tijd ook werkgebied van de worgengel die François Haverschmidt alias de dichter Piet Paaltjens naar het beddenkoord deed grijpen om zich in zijn eigen ledikant te verhangen, tevens geboorteplaats van de martelares Luidina en van ongelukkendeskundige Pieter van Vollenhoven. Van Rotterdam uit geteld is Schiedam de tweede halte op de kruisweg naar de krankzinnigheid, gevolgd door Vlaardingen, Maassluis en dan het hoekie om, trappie af, gekkenhuis.
Maar Theo Gootjes tekent voort. Hij is nu bezig met het schetsen van de helse voorstellingen van Dante’s Inferno uit de Divina Comedia met het doel ook dat boek in zijn eigen schrift te kopiëren. In 1999 werd zijn Oude Testament en Apocalyps in 150 panelen in het historisch centrum Het Markiezenhof in Bergen op Zoom geëxposeerd. Op zondag 29 maart a.s. wordt daar, om 15.00 uur, de “Gootjesbijbel” in een eenmalige, bibliofiele druk van de Althæa Pers in een beperkte oplage gepresenteerd.

NRC Handelsblad Achterpagina 28 maart 2009

10 maart 2009

Kakofonisch Boekenbal

(ingezonden mededeling)

Gekke Gerrit uit ’t verre Portugal
Opent het jaarlijks Boekenbal
Met een voordracht vol gemekker
En een fado uit zijn eigen reet.
Overal klinkt dan de vreugdekreet
O wat ruikt die Gerrit lekker!

Driekus van Deleten

3 februari 2009

Blamanroute

 
Posted by Picasa
Dr. H.J. 'Rooie Chris' Scheffer

Met collega Jan Oudenaarden schreef ik de afgelopen maanden de Blamanroute, een literair historische wandelgids door het westen van Rotterdam. Het is het tweede deel in een serie van drie. Vorig jaar verscheen het eerste deel, de Leopoldroute, die door de binnenstad gaat. Dat boekje was vrij snel uitverkocht, maar uitgeverij Douane maakt er dit voorjaar een herdruk van. Deel drie zullen we de Bordewijkroute noemen, naar de schrijver van de roman Karakter, die de wandelaar naar zuid zal voeren. Pardon, Zuid, met een hoofdletter, anders word ik door mijn collega van imperialistische gedachten beschuldigd.
In het westen van Rotterdam, wonen van oudsher veel kunstenaars, schilders, grafici, beeldhouwers, schrijvers, dichters, toneelspelers, fotografen, uitgevers. Aanvankelijk in de wijken Middelland en het Nieuwe Westen, later over het hele gebied dat tegenwoordig bestuurlijk onder de deelgemeente Delfshaven valt,
De Leidse familie Kossmann vestigde zich in de jaren dertig van de vorige eeuw aan het Virulyplein, toen de vader directeur werd van de Gemeentebibliotheek. Zijn zoons, de tweeling Alfred en Ernest, zouden zich ontwikkelen tot een belangrijk schrijver en een eminent historicus. In een zijstraat van dit plein, de Hugo Molenaarstraat, werd de onlangs overleden politicus, pianist en amateurdichter Norbert Schmelzer geboren.
De striptekenaar Marten Toonder en zijn jongere broer de schrijver Jan Gerhard groeiden op aan het Burgemeester Meineszplein. Minder literair, maar historisch een feit, is dat aan dat plein ook de oprichter van de TROS Joop Landré opgroeide, zoon van de componist en de eerste directeur van het Rotterdamse conservatorium Willem Landré en vader van de acteur Lou Landré.
Een andere beroemdheid die aan dit plein zijn jeugd doorbracht is George Blake, in 1922 in Rotterdam geboren als George Behar, zoon van een Nederlandse moeder en een Egyptische vader. In 1961 wordt hij in Engeland tot 42 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens spionage voor Rusland. Na vijf jaar ontsnapt hij op spectaculaire wijze en weet in het keukenkastje van een camper in Moskou te komen, waar hij nog steeds woont.
Aan de Beukelsdijk werd het gezaghebbende literaire tijdschrift Forum opgericht door Menno ter Braak en Eddy du Perron, terwijl twee decennia later, in een souterrain aan de Essenburgsingel, het spraakmakende literaire tijdschrift Gard Sivik werd geredigeerd. In de Snellinckstraat schreef de beroemde Vlaamse schrijver en dichter Willem Elsschot zijn eerste roman Villa des roses en het merendeel van zijn gedichten. Een straat verder, in de De Vliegerstraat, werkte Anna Blaman in de jaren veertig aan het oeuvre dat haar beroemd en in bepaalde kringen berucht zou maken. Het leverde haar als eerste en voorlopig enige Rotterdamse auteur de P.C. Hooftprijs op.
De fictieve deurwaarder Dreverhaven, uit de roman Karakter, verfilmd en met een Gouden Kalf en een Oscar bekroond, woonde in de Schietbaanlaan. Op de Heemraadssingel is de kiem gelegd voor de revolutie die van Nederland een socialistische republiek zou maken. In het huis van de cargadoor en havenbaron Paul Nijgh, Heemraadssingel 323, werd in november 1918 een vergadering gehouden van bestuurder, werkgevers en vakbondleiders om de explosieve politieke en sociale situatie te bespreken. De vakbondsleiders informeerden Troelstra die hieruit de conclusie trok dat de socialistische revolutie in Rotterdam moest beginnen.
De vorig jaar overleden verzetsman, historicus en oud-hoofdredacteur van het Rotterdams Nieuwsblad Dr. H.J. ('Rooie Chris') Scheffer schreef een boeiend verslag over die periode. November 1918 – Journaal van een revolutie die niet doorging. (Arbeiderspers, 1968).
Als je in de geschiedenis van deze stad duikt, krijg je de indruk dat er op velerlei gebied veel in gang is gezet, dat Rotterdam of een Rotterdammer vaak in verschillende dimensies uitblonk en altijd wel ergens de eerste, de hoogste, de diepste of de langste mee was. Maar ook dat vele begaafde en soms zelfs geniale geboren Rotterdammers de stad uit moesten en nog steeds moeten om hun talenten bij gebrek aan mogelijkheden elders te ontwikkelen. En dat is vreemd voor een stad die zich hardnekkig wereldstad blijft noemen.

Punt Uit Leven in Rotterdam, nr. 1 febr/mrt 2009