24 juli 2007

Anna Blaman Prijs 2007 (2)


Vanaf 1966 (Adriaan van de Veen) wordt de Anna Blaman Prijs onder wisselende naamvoering uitgereikt aan auteurs die wonen en/of werken in of anderszins nauw verbonden zijn met Rotterdam. De eerste vier keer jaarlijks. In 1967 aan W.A. Wagener, in 1968 aan Bob den Uyl en in 1969 aan Leyn Leijnse, voor een roman die toen nog moest verschijnen. Daarna zit er lange tijd geen regelmaat meer in. In 1971 Herman Romer, in 1974 Jacobus P. Bos. Pas in 1981 kreeg C. B. Vaandrager de Anjerfonds-Blaman-prijs, zij het dat er de opdracht aan verbonden was de dichtbundel ‘Vleeswagen naar Parijs’ te voltooien. De bundel kwam nooit af. De prijs werd hem ceremonieel in de Burgerzaal van het Stadhuis uitgereikt, maar wordt in de lijst van prijswinnaars (Letterkundig Museum) niet genoemd. In 1988 kreeg J.A. Deelder de prijs en werd tevens aan Jaap Koopmans een kleine aanmoedigingsprijs toegekend. Vervolgens tweejaarlijks, 1990 Frank Koenegracht; 1992 J.W. Oerlemans, 1994 Jan Eijkelboom, 1996 Marcel Möring, 1998 Theo Verhaar. Aan de samenstelling van de verschillende jury’s is te zien dat de prijswinnaars een goede verstandhouding met de sectie Letteren van de Rotterdamse Kunststichting hadden. Nadat deze was opgeheven, heeft zij haar invloed op persoonlijke titel van haar eerste gepensioneerde geheimschrijver nog lange tijd doen gelden. Tegenwoordig wordt de prijs om de drie jaar toegekend. In 2001 aan Hester Knibbe en in 2004 aan Anne Vegter. In 2007 valt mij dus de eer te beurt. Ik ben er blij mee.

Geen opmerkingen: