10 oktober 2005
Kikker of prins
Op de website van The Knot (weddings.theknot.com) wordt het huwelijk aangekondigd van Arlyn Kvares en Pablo van Dijk. Over de bruidegom dadelijk, maar eerst de bruid. Ze stelt zich voor met die mengeling van naïviteit en optimisme waarmee geloof ik alleen Amerikanen zowel in het huwelijk kunnen treden als oorlog voeren.
Arlyn is bezigheidstherapeut, gespecialiseerd in kindergeneeskunde. Haar hobby’s’ zijn schrijven en ‘comedy’. Na twintig jaar van ‘dating’ begon ze de hoop te verliezen ooit nog een partner te vinden waarmee ze verder door het leven kon. Maar het wonder is geschied. Na vele kikkers te hebben gekust liep op haar 34e de ware prins haar leven binnen, een geluk dat ze nu graag met familie en vrienden wil delen.
Over haar aanstaande echtgenoot schrijft ze in een kennelijke staat van opwinding wat elke man zou wensen dat zijn verloofde de wereld over hem wil laten weten. Hij is de zeldzame schat, een meester in vele zaken en uiteraard de ware liefde van haar leven.
Het geluk begon vorig jaar op een Halloween feestje, waar hij als clown verkleed was en zij als de blonde Felicity Shagwell uit de Austin Powers films. Op haar onthulling dat zij niet echt een blondine was, antwoordde de clown: “It doesn’t matter. You’re my new wife.” Drie dagen later deed hij haar een huwelijksaanzoek en sindsdien woont het paar samen in “the one and only Gotham City of Manhattan”, in dit bijzondere geval wellicht te vertalen met in de Zevende Hemel.
Op de foto waarmee de Wedding Webpage opent zien we inderdaad een stralende Arlyn. Naast haar een man van middelbare leeftijd met een grijze lok in het haar en een clowneske uitdrukking op zijn gezicht, alsof het Halloween partijtje nog niet is afgelopen. Als zijn naam er niet bijgestaan had, zou ik in hem de slanke krullenbol van vijfentwintig jaar geleden niet hebben herkend.
In de jaren tachtig was Pablo van Dijk de meest spraakmakende uitgever en galeriehouder van Rotterdam. Een jongeman met een innemende verschijning en een dadendrang die het door bezadigde kunstambtenaren beheerste kunstwereldje op zijn kop en vaak ook naar zijn hand wist te zetten. Toen hij zijn zinnen had gezet om een oud herenhuis aan de Westersingel tot galerie te verbouwen, kreeg hij de Rotterdamse Kunststichting zover het hele jaarbudget voor de beeldende kunsten daaraan te besteden.
Met zijn toen al tweede echtgenote Pandora Tabatabai Asbaghi vormde hij een paar dat als Rotterdam een grachtengordel had gehad zij daarin door velen bewonderd hadden kunnen spelevaren. Ze gaven prachtige boeken van schrijvers en kunstenaars uit, bibliofiele uitgaven van het genre nieuw antiek, waarin overigens niet zelden enorme drukfouten voorkwamen. Maar die werden vergeven door de unieke vormgeving. In hun galerie Bébert, genoemd naar de kat van Louis Ferninand Céline, toonden zij de nieuwste moderne kunst.
Dat zette bij de locale kunstenaars die door het paar niet goed genoeg werden bevonden kwaad bloed en maakte boze tongen los. Met Rotterdamse nuchterheid vroeg men zich af; “Waar doen ze het van?” In de locale mythevorming rond het paar ontstond het verhaal dat Pandora een Perzische prinses van grote rijkdom was, anderen beweerden haar nog achter de kassa bij de Hema te hebben gezien.
Maar ineens was het sprookje over en uit. Ik herinner me nog de schok die over de culturele as van Rotterdam ging toen het bericht de ronde deed dat Pablo er met een Amerikaanse van door was. In de jaren daarna hoorden en lazen we (o.a. van Arnon Grunberg) van zijn praktijken in de Newse Yorkse kunsthandel die niet altijd tot ieders tevredenheid werden afgehandeld.
New York-gangers kwamen thuis met verhalen over de vrouwen die om de zoveel jaar met een verpletterend “It doesn’t matter. Your my new wife.” werden veroverd. Op afstand hoop ik voor de mij onbekende Arlyn Kvares dat haar prins toch niet een kikker blijkt te zijn.
Rotterdam PuntUit, oktober 2005 © Rien Vroegindeweij
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten