15 april 2007


De man van Marathon

Ooit versloegen Athene's helden
de Perzen in de slag bij Marathon.
Om dit heuglijk nieuws te melden
liep één held zo hard hij kon

naar Athene om daar uit te leggen
hoe de strijd verlopen was.
Maar hij kon geen pap meer zeggen
en stierf ter plekke, in het harnas

zogezegd; de mensen in Athene
zeiden in hun eigen sportjargon:
hij had vandaag geen goeie benen

en hij had veel meer moeten trainen
voor zo'n lange loop van Marathon.
Nu weten we nog niet wie er won.

10 april 2007

A Punt Moonen

Op maandag 29 januari 2007 stond in een rouwadvertentie in NRC Handelsblad dat op woensdag 24 januari 2007 in het verpleeghuis Hannie Dekhuijzen van de Stichting Humanitas in Rotterdam A.W.P. Moonen was overleden. Over de pagina met rouwadvertenties laat ik altijd maar een half oog gaan. Daarom had ik niet in de gaten dat A.W.P. Moonen de Rotterdamse schrijver en dichter A Punt Moonen was. Terwijl de advertentie toch opende met een regel die onmiskenbaar van hem was: ‘Nabestaanden, erfgenamen, volgauto’s, regen en wind. Na U’. Een regel die in een andere indeling een gedicht uit zijn bundel Gezagvoerdersverzen uit 1988 bleek te zijn.
A. Moonen werd op 28 augustus 1937 geboren in de Hollandsestraat op Rotterdam-Zuid. Over zijn jeugd is weinig bekend. Na Rotterdam woonde hij in Den Haag, in Delft en in Amersfoort en vervolgens in Amsterdam, waar hij zijn beste jaren beleefde. Hij publiceerde in het satirische studentenblad Propria Cures, werd bekend als provocateur, hij was de sidekick in het programma RUR van Jan Lenferink en was een veelgevraagde gast op de VPRO Radio. Hij werd een keer door professor Karel van het Reve hoogstpersoonlijk van een podium geslagen. En dan schijn je er in Amsterdam helemaal bij te horen. Begin jaren negentig keerde hij naar zijn geboortestad terug.
Feitelijkheid en fantasie lopen in werk en leven van Moonen door elkaar, hij kon op een plechtstatige wijze over hele vieze dingen schrijven, over dingen onder de gordel zal ik maar zeggen. Zo vond hij het vrouwelijk geslachtsdeel in onze Westerse cultuur schromelijk overschat, terwijl hij de loftrompet stak over het achterwerk van zijn Turkse minnaar Hikmet, tevens huisvader in Bospolder. Hij deed het met mannen en jongens, maar een vrouw, mits van meer dan gemiddelde omvang, was ook welkom.
A Punt Moonen. Op de vraag waar de punt voor stond, antwoordde hij vóór Moonen. Niemand wist precies of hij Arie, Adrie of Arend of misschien wel Arendo heette. A. Moonen, de schrijver, niet te verwarren met A. Moonen, de paardenslager uit de Mauritsstraat, tegenwoordig de slager van Hotel New York.
In 1986 publiceerde hij de roman De wurger van Delft, dat als zijn beste boek wordt beschouwd. Daarin beschreef hij in detail bepaalde zaken over een geruchtmakende moordzaak, zodanig dat hij als verdachte werd gearresteerd en verhoord. In de bundel Naar Portugal doet hij in het verhaal Hotel Lissabon verslag van een vakantietripje naar Portugal, dat wil zeggen, naar Hotel Lissabon in de Kortenaerstraat te Rotterdam. Op vakantie in de eigen stad dus.
Lingerie en bevredigingsmateriaal, waaronder een reisirrigator, worden ingepakt. “Omstreeks halfelf die maandagavond stond ik gereed voor een bestelde taxi. Neemt u ook altijd de achterbank? ’t Hotelletje bevond zich op enkele minuten loopafstand van het ziekenhuis alwaar ik me bijna had laten versnijden door een onverschillig richting vooroverbuigende assistente glurende chirurg. Buiten een redelijk Nederlandstalige Portugese tapster en americano haspelende spanjool om bevond zich verder niemand beneden. Als een wereldwijdse figuur nam ik plaats aan een schemerige hoektafel. Flamencomuziek bestendigde mijn vakantiedroom.
Het avontuur eindigt na een doorwaakte nacht naast een raam dat niet dicht kon en een razende stoomketel. In het verhaal Zelfverzorging neemt hij zich voor naar crematorium Hofwijk te fietsen en aldaar bij de receptie te vragen of ze al zover zijn dat iemand levend gecremeerd kan worden.
Op dinsdagochtend 30 januari 2007 om 10.30 uur werd Arie Wilhelmus Pieter Moonen op de Algemene Begraafplaats Crooswijk ter aarde besteld. Van de armen begraven, met een bloemstuk en een lint van de SoZaWe (Sociale Zaken en Werkgelegenheid). Een mevrouw van de begrafenisonderneming leidde de dienst die niet langer dan een kwartier duurde. Er waren vier dames van het verpleeghuis en een aantal literaire vrienden die hem de laatste jaren ook niet meer hadden gesproken. Het was een koude, gure ochtend. Nabestaanden, erfgenamen, volgauto’s, regen en wind. Na U.

Leven in Rotterdam Punt Uit april/mei 2007