3 februari 2009

Blamanroute

 
Posted by Picasa
Dr. H.J. 'Rooie Chris' Scheffer

Met collega Jan Oudenaarden schreef ik de afgelopen maanden de Blamanroute, een literair historische wandelgids door het westen van Rotterdam. Het is het tweede deel in een serie van drie. Vorig jaar verscheen het eerste deel, de Leopoldroute, die door de binnenstad gaat. Dat boekje was vrij snel uitverkocht, maar uitgeverij Douane maakt er dit voorjaar een herdruk van. Deel drie zullen we de Bordewijkroute noemen, naar de schrijver van de roman Karakter, die de wandelaar naar zuid zal voeren. Pardon, Zuid, met een hoofdletter, anders word ik door mijn collega van imperialistische gedachten beschuldigd.
In het westen van Rotterdam, wonen van oudsher veel kunstenaars, schilders, grafici, beeldhouwers, schrijvers, dichters, toneelspelers, fotografen, uitgevers. Aanvankelijk in de wijken Middelland en het Nieuwe Westen, later over het hele gebied dat tegenwoordig bestuurlijk onder de deelgemeente Delfshaven valt,
De Leidse familie Kossmann vestigde zich in de jaren dertig van de vorige eeuw aan het Virulyplein, toen de vader directeur werd van de Gemeentebibliotheek. Zijn zoons, de tweeling Alfred en Ernest, zouden zich ontwikkelen tot een belangrijk schrijver en een eminent historicus. In een zijstraat van dit plein, de Hugo Molenaarstraat, werd de onlangs overleden politicus, pianist en amateurdichter Norbert Schmelzer geboren.
De striptekenaar Marten Toonder en zijn jongere broer de schrijver Jan Gerhard groeiden op aan het Burgemeester Meineszplein. Minder literair, maar historisch een feit, is dat aan dat plein ook de oprichter van de TROS Joop Landré opgroeide, zoon van de componist en de eerste directeur van het Rotterdamse conservatorium Willem Landré en vader van de acteur Lou Landré.
Een andere beroemdheid die aan dit plein zijn jeugd doorbracht is George Blake, in 1922 in Rotterdam geboren als George Behar, zoon van een Nederlandse moeder en een Egyptische vader. In 1961 wordt hij in Engeland tot 42 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens spionage voor Rusland. Na vijf jaar ontsnapt hij op spectaculaire wijze en weet in het keukenkastje van een camper in Moskou te komen, waar hij nog steeds woont.
Aan de Beukelsdijk werd het gezaghebbende literaire tijdschrift Forum opgericht door Menno ter Braak en Eddy du Perron, terwijl twee decennia later, in een souterrain aan de Essenburgsingel, het spraakmakende literaire tijdschrift Gard Sivik werd geredigeerd. In de Snellinckstraat schreef de beroemde Vlaamse schrijver en dichter Willem Elsschot zijn eerste roman Villa des roses en het merendeel van zijn gedichten. Een straat verder, in de De Vliegerstraat, werkte Anna Blaman in de jaren veertig aan het oeuvre dat haar beroemd en in bepaalde kringen berucht zou maken. Het leverde haar als eerste en voorlopig enige Rotterdamse auteur de P.C. Hooftprijs op.
De fictieve deurwaarder Dreverhaven, uit de roman Karakter, verfilmd en met een Gouden Kalf en een Oscar bekroond, woonde in de Schietbaanlaan. Op de Heemraadssingel is de kiem gelegd voor de revolutie die van Nederland een socialistische republiek zou maken. In het huis van de cargadoor en havenbaron Paul Nijgh, Heemraadssingel 323, werd in november 1918 een vergadering gehouden van bestuurder, werkgevers en vakbondleiders om de explosieve politieke en sociale situatie te bespreken. De vakbondsleiders informeerden Troelstra die hieruit de conclusie trok dat de socialistische revolutie in Rotterdam moest beginnen.
De vorig jaar overleden verzetsman, historicus en oud-hoofdredacteur van het Rotterdams Nieuwsblad Dr. H.J. ('Rooie Chris') Scheffer schreef een boeiend verslag over die periode. November 1918 – Journaal van een revolutie die niet doorging. (Arbeiderspers, 1968).
Als je in de geschiedenis van deze stad duikt, krijg je de indruk dat er op velerlei gebied veel in gang is gezet, dat Rotterdam of een Rotterdammer vaak in verschillende dimensies uitblonk en altijd wel ergens de eerste, de hoogste, de diepste of de langste mee was. Maar ook dat vele begaafde en soms zelfs geniale geboren Rotterdammers de stad uit moesten en nog steeds moeten om hun talenten bij gebrek aan mogelijkheden elders te ontwikkelen. En dat is vreemd voor een stad die zich hardnekkig wereldstad blijft noemen.

Punt Uit Leven in Rotterdam, nr. 1 febr/mrt 2009