17 april 2013

Koningslied

vrij naar Wiens Neêrlandsch bloed van Tollens

Wie Neêrlandsch voer in pannen roert,
Van vreemde smaken vrij, 
Wiens keel voor God en koning koert, 
Verheff' den zang als wij: 
Hij zet met ons, met opgeheven kin, 
Met opgezetten borst 
Het onsbevallig vreetlied in 
Voor zuurkool en voor worst. 

Ons klopt het hart, ons zwelt de pens, 
Bij ’t stijgen van ons loon:
Niets anders is onz’ diepste wens 
Voor majesteit en troon 
Hier zingt ons hart voor niemand bang 
Hier spelen wij viool 
Tot één gevoel, tot één gezang 
Voor worst en zure kool. 

Als Neêrland ’s avonds huiswaarts gaat 
Van werk en plichten vrij 
En hongerig in de file staat 
Of stapvoets in een rij 
Dan zetten wij met blijden zin 
Met opgezetten borst 
Het ons bevallig vreetlied in 
Voor zuurkool en voor worst. 

Stamp dan, moeders, met goeden zin, 
Het is uw edele taak, 
d’Aarpels fijn, een scheutje melk er in 
En spekjes voor de smaak.
De kool erdoor en bovenop de worst 
En schep de borden vol 
Wij zitten klaar en zingen dan uit volle borst 
Voor ‘t vaderland en voor de lol. 

Bescherm, o God! bewaak vooral
De grond waar ‘t koolveld bloeit, 
Verlicht ook Heer de donkere stal 
Waar ‘t vette varken groeit. 
Wij bidden en wij smeken u 
Bij hitte en bij vorst, 
Geef ons aardappels met jus 
En zure kool met worst.

RV