25 november 2007

Licht in Rotterdam


Op zaterdag 18 november 2007 werd op het Noordereiland in Rotterdam een plaquette onthuld ter herinnering aan de Russische elektriciteitspionier Achilles de Khotinsky (1850-1933). Het is overigens de tweede plaquette; de eerste uit 1992 ging door sloop en nieuwbouw verloren. Plaats van handeling: een hoek van het appartementencomplex Noorderlicht, naast de Willemsbrug. Op die plaats vestigde De Khotinsky in 1883 de N.V. Elektriciteits-Maatschappij Systeem 'de Khotinsky' - en opende daarmee de eerste accu- en gloeilampenfabriek in Nederland. Acht jaar later begon Gerard Philips met de fabricage van gloeilampen in Eindhoven.
Achilles de Khotinsky was zijn loopbaan begonnen bij de Russische marine. Hij ontwierp een zoeklicht, zodat de vijand ook 's nachts kon worden bestookt, en elektrische ontstekingen voor torpedo's en mijnen In dat laatste was hij zo bedreven, dat hij beschuldigd werd van de bomaanslag op tsaar Alexander II in 1881. Maar toen zat de Khotinsky al in Parijs waar hij aandacht voor zijn lamp trachtte te krijgen. In Londen werkte hij voor de gloeilampenfabriek Alexander Bernstein. Maar de mogelijkheden voor een eigen bedrijf werden hem geboden door de koffiehandelaar Wilhelm Schöffer, die hem naar Rotterdam haalde.
Het Systeem 'de Khotinsky' behelsde een lamp die werd gevoed door een accu. Wie zijn huis of winkel wilde verlichten kreeg als het ware zijn eigen centrale in huis. Tegen het vallen van de avond werden een aantal accu's met een bootje naar de overkant van de Nieuwe Maas gebracht, waar ze werden aangesloten op een draad die de pakhuizen aan de Wijnhaven verbond. Bij stormachtig weer klotste het accuzuur zodanig in de open bakken dat ze na enige tijd mankementen gingen vertonen. De Kothinsky vroeg de gemeente kabels te mogen aanleggen naar vier te plaatsen 'accustations', verspreid over het stadscentrum.
De gemeente, die kort daarvoor de exploitatie van gas ter hand had genomen, voelde er niets voor om een geduchte concurrent als elektriciteit in het zadel te helpen. In het bijzonder van de directeur van Gemeentewerken, G. J. de Jongh, bijgenaamd 'brutale Gerrit', die een eeuw later nog enige tijd in de herinnering voortleefde als naamgever van het Red Ligths District van Rotterdam, ondervond De Khotinsky veel tegenwerking. Particulier initiatief werd minder op prijs gesteld dan men in de handels- en havenstad zou verwachten.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw was elektriciteit wat internet voor de laatste decennia van de twintigste eeuw betekende. Op verschillende plaatsen in de Westerse wereld werden uitvindingen gedaan en toepassingen bedacht, in de grote steden werden elektriciteitscentrales opgericht. De ontwikkeling van de techniek ging razendsnel, uitvinders en pioniers liepen elkaar bij wijze van spreken voor de voeten, investeerders werden rijkelijk beloond of verloren hun geld omdat de ene uitvinding de andere overbodig maakte.
In 1882 opende Thomas A. Edison een centrale in New York. Zijn activiteiten breidden zich al snel uit naar Europa en via de Compagnie Continentale Edison in Parijs werd Nederland vertegenwoordigd door de NV Nederlandsche Electriciteitsmaatschappij (NEM). Deze was in Amsterdam gevestigd maar opende aan de Baan in Rotterdam de eerste Nederlandse centrale. Daarmee werden het Grandcafé du Passage, een sigarenzaak, een chocolaterie en een handel in 'parapluiën' verlicht.
De uitvinding van de gloeilamp is door velen opgeëist. Maar het was Edison die met patenten de concurrentie aftroefde. De lamp van Achilles de Khotinsky was kwalitatief niet minder, maar voor een rendabele verspreiding was meer nodig dan een lamp en een accu.
Reeds in 1878 werd de Avenue de l' Opéra in Parijs verlicht. De stad Timişoara (in Oostenrijk-Hongarije, thans Roemenië) was in 1884 de eerste Europese stad met elektrische straatverlichting. De Khotinsky stelde noodgedwongen zijn grootse plannen voor de verlichting van Rotterdam bij en realiseerde nog een kleine centrale aan de Boompjes, die driehonderd lampen kon doen branden. Maar uiteindelijk vertrok hij uit Rotterdam om zijn carrière elders met meer succes voort te zetten. De kans dat Rotterdam de ‘lichtstad’ van Nederland had kunnen worden, was daarmee verkeken.

Meer informatie is te vinden op de website van beeldend kunstenaar en initiatiefnemer van de plaquette Harry Sengers
http://www.khotinsky.nl/ en op http://www.jvdn.nl/van historicus en cartograaf dr. Jan van den Noort.

NRC Handelsblad / Achterpagina 15 november 2007

Geen opmerkingen: