3 januari 2016

Coolsingel


De gemeente Rotterdam gaat de Coolsingel weer eens opknappen. Zoals die er nu al jaren bij ligt, is een aanfluiting voor de grootstedelijke aspiraties. Een domper op de superlatieven waarmee de havenstad tegenwoordig in de wereldpers wordt aangeprezen.
Aan de Coolsingel wordt sinds de wederopbouw gespijkerd. Toen de stad in de jaren zestig eindelijk weer een beetje vorm kreeg, ging het wegdek jarenlang open voor de aanleg van de metro. Voetgangers kluunden over provisorische bruggen en loopplanken langs en over de bouwputten. Daarna was men niet zelden in de weer met halfslachtige opknapbeurten, het plaatsen van treurige plantenbakken, onbruikbaar straatmeubilair en hier en daar een futloos fonteintje. De manifestatie C70 liet een wildgroei aan prefab paviljoentjes achter.
Het wilde maar niet de boulevard worden die het voor de oorlog was geweest. Toen was de Coolsingel het uitgaanscentrum van Rotterdam, een grote gezellige stadsboulevard waar bioscopen, dancings, een concertzaal, een schouwburg, cafés en restaurants waren gevestigd. Dat verdween allemaal letterlijk onder het puin van het bombardement en daarna figuurlijk onder het puin van de herinnering.
In de naoorlogse plannen was geen plaats voor vertier. Het centrum van Rotterdam werd een City naar Amerikaans voorbeeld. Te bereiken en te verlaten via een vierbaansweg die naar de buitenwijken leidde.
Er is aan de hele, naoorlogse Coolsingel nooit één woning gebouwd. Je kan er trouwen, maar niet wonen. Een bronzen G.K van Hogendorp waakt er op de trappen van de Beurs over de grondwet van 1814 en de belangen van ‘den Vrijen Handel’.
Volgens het plan dat er nu ligt wordt de Coolsingel een ‘ruime groene boulevard met fraaie vormgeving die uitnodigt uit tot ontspannen flaneren en winkelen’. Dat winkelen zal wel lukken. Maar flaneren? De kortste definitie van flaneren is ‘zorgeloos rondslenteren om te kijken en gezien te worden’ (van Dale). Een Rotterdammer (m/v) flaneert niet. Zij winkelt, hij is onderweg, men gaat ergens heen.
Nu is de Coolsingel nog een saaie, verwaarloosde straat, een singel zonder singel, die men zelden of nooit in de lengte afloopt. Daar is namelijk weinig of niets te zien en te beleven. De Coolsingel steekt men over, alsof het water niet honderd jaar eerder werd gedempt. Men gaat vice versa naar de Meent, boven- of ondergronds door de Koopgoot naar de Hoogstraat, Churchill- en Hofplein zijn doorgangs- en oversteekplaatsen.
Het zal mij benieuwen of Adriaan Geuze de ronkende woorden waarmee hij zijn plan aanbeveelt, zal waarmaken. Op het door hem ontworpen Schouwburgplein, dat als laad- en losplatform op de Maasvlakte niet zou opvallen, gaat nog regelmatig iemand wegens architectonische obstakels tegen de vlakte. Het is aan te bevelen dit stadsplein in schoenen met stalen neuzen te betreden.
Voor de Coolsingel is eigenlijk maar één oplossing. Laat er mensen wonen. Dan wordt het vanzelf gezellig.

Column Friends in business/Top in town/december 2015


Geen opmerkingen: