1 november 2004

Leve de Chinese waterstofbom

1968 Het jaar dat alles anders werd van de journalist Mark Kurlansky geeft een op den duur slaapverwekkende opsomming van wat er wereldwijd in dat jaar gebeurde. Wie het boek desondanks doorkomt, moet wel tot de conclusie komen dat de wereldgeschiedenis destijds aan Nederland voorbij is gegaan. Terwijl Amsterdam toen toch al enige tijd het ‘magies sentrum’ van de wereld was, speelt Nederland geen enkele rol in de biografie van het jaar waarin ‘de wereld in brand stond’.
In de straten van Praag, Parijs en Warschau, in de zwarte getto’s van Amerika en op de campussen van verschillende universiteitssteden laaiden de vuren van de opstand hoog op. In Vietnam stierven duizenden anonieme soldaten aan beide zijden van het front, Martin Luther King en Robert Kennedy werden vermoord en Andy Warhol overleefde ternauwernood een aanslag op zijn leven. Particulier en collectief geweld gingen gelijk op, zij het niet met hetzelfde resultaat, van de zelfgemaakte bommen van de opstandige studenten tot de bommentapijten waarmee het Vietnamese landschap werd gestoffeerd. Tegen het eind van 1968 brachten de Chinezen hun eerste waterstofbom tot ontploffing.
Ik schrok wakker uit de dommel waarin het boek mij had gebracht. Wat was er ook al weer met die Chinese waterstofbom?
Amsterdam, najaar 1968. Ik logeerde bij mijn vriend Tom S. die op de filmacademie had geze-ten. In Rotterdam hadden we samen een film gemaakt, waarvoor ik het sce-nario had geschreven en bovendien ook de hoofdrol had gespeeld. In meerdere opzichten een productie van nouvel vaag, want de film werd nooit af-gemaakt, wegens geldgebrek en afnemende ambities.
Het huwelijk van mijn vriend en verhuizing naar Amsterdam luidde het einde van zijn artistieke carrière en van onze vriendschap in. Het stel had een kleine verdieping van een scheefgezakt pandje op de hoek van de Kloveniersburgwal en de Koestraat. En hij had zich aangesloten bij de Rode Jeugd, de Pekinggezinde communistische jeugd. Hij was druk bezig met de voorbereiding van nummer 9 van ‘Rode Jeugd - marxistisch-leninistisch jongerenblad’.
Ik bood aan hem te helpen met typen, zodat hij alvast de eerste vellen door de stencilmachine kon halen. Van politiek had ik niet veel verstand en van waterstofbommen nog minder, maar typen kon ik als de beste. Dacht ik. Het artikel dat ik begon te typen ging over de Chinese Waterstofbom, waar-van de eerste regels luidden: “Vlugger dan door de nucleaire mogendheden verwacht werd en in minder tijd dan zij het hebben klaar gespeeld, heeft de Volksrepubliek CHINA een waterstofbom tot ontploffing gebracht. Dat juichen wij toe."
Tot diep in de nacht werkten we door, de stencilmachine ratelde zijn revolutionaire itme door de hoerenbuurt van oude imperialistische hoofdstad. Een week later werd ik met een grimmig zwijgen ontvangen. Wat was er gebeurd? Ik had een typefout gemaakt. In de kop boven het artikel over de Chinese waterstofbom stond WATERSOFBOM. Partijgenoten hadden het ontdekt toen het blad al gestencild en geniet was. Met een pen hadden ze er een T boven gezet, waardoor de fout nog meer opviel.
Mijn vriend accepteerde mijn excuses dat ik het niet met opzet had gedaan. Maar zijn kameraden dachten daar anders over. Ik kon me maar beter niet meer bij hem laten zien. Voor mijn liquidatie moest worden gevreesd.

Geen opmerkingen: